In 1978 fietsten 24 leden van wielertourclub Gerry van Gerwen van Parijs naar Olland. Omdat de vereniging dit jaar haar veertigste verjaardag viert hebben 29 renners deze legendarische tocht afgelopen vrijdag en zaterdag nog een keer gereden. Zaterdagmiddag, 24 uur na het vertrek aan de voet van de Eiffeltoren reden de renners over de meet in Olland.
Maanden van training gingen vooraf aan deze legendarische monstertocht. Afstanden van 3500 tot 7800 kilometer hadden de mannen in de benen toen ze afgelopen donderdagavond hun fietsen in kwamen leveren bij Gerry van Gerwen in Nijnsel. Gerry van Gerwen had net als Jeroen Voorbij van Bikecentre Rooi speciaal voor deze gelegenheid busjes en een auto beschikbaar gesteld voor de begeleiding en het vervoer van de fietsen naar Parijs. Een paar uur later liep de wekker alweer af voor de deelnemers en hun begeleiders, want om zes uur vertrok de bus naar Parijs van café D’n Toel in Olland.
Mobiel massagestation
Tegen halftwaalf waren de renners aan de rand van Parijs. Antwerpen, berucht om de files werd zonder problemen gepasseerd en ook Gent en Lille leverden geen problemen op. Vanuit de bus werd het laatste uur het hectische verkeer in Parijs aanschouwd. “Moeten wij hier dadelijk op de fiets weer doorheen?”, heeft menig renner zich zeker afgevraagd bij het omronden van de Arc de Triomph, waar het verkeer een georganiseerde puinhoop is.
Na Place Charles de Gaulle komt de Eiffeltoren al snel in het zicht en gaat alles snel. De spullen worden uitgeladen, de fietsen in elkaar gezet en Jan Hermes richt zijn mobiel massagestation in om de kuiten van de renners op te warmen. Ondertussen worden de foto’s voor het familiealbum gemaakt en tegen de klok van twee uur zijn de renners er helemaal klaar voor. “Olland here we come”.
In Parijs rijden de renners zonder begeleiding door auto’s. Een aanzienlijk deel van de route gaat over fietspaden langs de Seine en daar begeleiden de motards de fietsers. Vanaf Gressy, een dorpje niet groter dan Olland, sluiten de volgwagens zich bij de renners aan. Over fraaie, maar vooral rustige, landweggetjes trekt het peleton op weg naar de soep op de eerste rustplaats bij het plaatsje Fresnoy Le-Luat op 68 kilometer van de Eiffeltoren. Na de soep, marsen en bananen stappen de 29 mannen weer met goede moed op de fiets voor de tweede etappe richting Chauny dat 73 kilometer verder richting Olland ligt. Daar wacht in Auberge Trattoria Di Camillo de pasta en zal Jan Hermes eventuele vastzittende spieren weer losmaken.
Bij nacht en ontij
De tweede rustplaats is ook de laatste stop voor de duisternis. Dat betekent niet alleen warme kleding aan, maar ook lichten op de fiets monteren, reflecterende hesjes over de fietskleding en zoals tijdens de maaltijd blijkt ook regenkleding aantrekken. Op de buienradar is het maar een kleine streep regen boven het Franse land. Op de fiets levert die smalle strook regen toch de nodige hinder op. De combinatie van regen en duisternis maakt het voor de renners niet gemakkelijker. Als de regen dan nog feller wordt en de renners en de volgers elkaar even kwijtraken, ontstaan er eventjes spanningen in de groep. Maar maanden van gezamenlijk trainen en het doel om samen Olland te halen hebben van deze mannen zo’n hechte groep gemaakt dat die plooi bij de derde rustplaats alweer is gladgestreken.
De vierde etappe start in Tupigny, een plaatsje met nog geen vierhonderd inwoners. Het is dan alweer droog, maar de gevolgen van de regen spelen dan op. Kort na de start meldt de eerste renner zich met een lekke band. De tweede en de derde zullen snel volgen. Ook de veertig jaar oude fiets van Giel van Esch, die zijn vader Ad in 1978 van Parijs naar Olland bracht krijgt de eerste kuren. Als dan ook Joop Seegers nog ten val komt en in de berm belandt blijkt wel dat de tocht die ’s middags in Parijs zo enthousiast was begonnen, nu haar keerzijde liet zien. Twee uur later in Longueville, de vierde rustplaats zitten de mannen er door. Maar de stapels pannenkoeken die Saskia van Esch en Wendy Seegers daar samen met John Schuurmans klaar hebben staan geven de 28 overgebleven renners weer volop kracht. Want tijdens de vierde etappe heeft de speciaal uit Canada overgekomen Hemke van Gerwen, die in ’78 ook mee reed de strijd moeten staken.
Ochtendgloren in het noordoosten
Kort na het passeren van de Frans-Belgische grens bij Bois Bourdon zijn in het noordoosten alweer de eerste tekenen van het ochtendgloren te zien. Maar met het verdwijnen van de nacht, verdwijnen niet de nachtelijke problemen. De mannen hebben het koud en de temperatuur die tot 5°C is gedaald kwelt de renners die in het begin van de nacht hun kleding niet alleen van het zweet nat voelden worden. Bij de vijfde rustplaats in Ronquières komt de zon weer boven de horizon. De wolken en de regen van de vorige avond zijn helemaal verdwenen en met een snelle hap achter de kiezen snellen de mannen zich via Brussel naar Vilvoorde. Daar wacht een ontbijt, maar nog veel belangrijker een warme douche om alle kou van de nacht uit het lijf te spoelen. Nog twee etappes en dan zijn de helden in Olland.
Na de douche en het ontbijt in Vilvoorde stapt ook Hemke van Gerwen weer op de fiets. De hele tocht uitrijden is dan weliswaar niet gelukt, maar hij voelt zich weer sterk genoeg om naar Olland te rijden. Ook de andere renners hebben zichtbaar energie getankt en vol goede moed gaat de groep op weg naar de laatste rustplaats in Genendijk. Aan de kerk staan dit keer niet alleen Saskia, Wendy en John, maar ook tientallen supporters hebben zich daar verzameld om de renners een mentaal steuntje in de rug te geven voor de laatste 78 kilometer naar Olland.
Laatste loodjes
Ondanks het zonnige begin van de dag, hebben de weergoden toch nog wat plagerijen in petto. Kort na het vertrek uit Genendijken, langs het kanaal van Kwaadmechelen naar Mol storten zij nog een keer een lading over het peloton. Vanaf Eersel werd het droog en de laatste kilometers naar Rooi werden voor de fietsers een waar feest. Vanaf de gemeentegrens bij de Prinsenhoefstraat werden zij door tientallen supporters aangemoedigd en na een ereronde door Rooi via de Markt en de Lindendijk wachtte de Ollandseweg op de renners zoals de Champs Elysees op de Tour wacht met aan het einde de finishvlag en de eeuwige roem.
Bovenstaand bericht is geschreven door Hans van den Wijngaard die geheel belangenloos met ons is meegereisd naar Parijs en terug. Hans enorm bedankt voor je inspanningen, mooie foto’s, teksten en video.