Ronde van 12

Ronde van 12

Op het moment dat ik dit stukje schrijf is de adrenaline en euforie alweer behoorlijk weggeëbd. Het is dan ook al weer 2,5 maanden geleden dat ik de ‘Ronde van 12’ reed. Ik ben dan ook meer een fietser dan een schrijver, zo blijkt maar weer. Tijd vrij maken voor een ritje van 435 km kost me minder moeite dan even gaan zitten voor het schrijven van een stukje maar ook dat is uiteindelijk toch gelukt.

De ‘Ronde van 12’, een fietstocht door alle twaalf provincies in een dag. Maar geen echte ronde want de ontwerper van de rit heeft een zo efficiënt mogelijke route uitgedacht: de start is in Lent (Gelderland), vervolgens zo’n twaalf km naar het zuiden om even Limburg aan te tikken en daarna naar het westen, heel Brabant door, om vervolgens even Zeeland ‘in te steken’ en weer om te draaien terug naar de post ‘Brabant’. Vanaf daar gaat het in een nagenoeg rechte lijn, noord-oostelijk richting Leek.

Hij stond al een tijdje op mijn bucketlist maar er was tot op heden altijd wel iets anders waardoor het er nog niet van gekomen was. Dit jaar valt de rit samen met het gezelligheidsweekend en aangezien ik zelf in de organisatie zit kan ik natuurlijk niet verstek laten gaan. Maar als het gezelligheidsweekend niet door gaat zie ik mijn kans schoon. Ik heb nog niet echt lange afstanden gefietst tot dat moment. Daarom fiets ik twee weken ervoor ‘nog gauw even’ een 175+ om ‘te voelen of het er in zit’. Daarna heb ik me maar gewoon aangemeld.

Vrijdag 7 juli is het dan bijna zover en word ik om een uur of negen weggebracht naar het Van der Valk Hotel in Nijmegen-Lent waar we de laatste voorbereidingen kunnen treffen. De tasjes met proviand gaan in de kratten van de Van der Valkvestigingen en we kunnen nog even chillen tot middernacht.

Om kwart voor twaalf gaan we naar buiten om de eerste  ‘stempel’ te bemachtigen. Dit ‘stempelen’ gebeurt door met een App een QR-code op een poster te scannen. Vervolgens staan we daar dan met een groep van zo’n 40 tot 50 mannen en vrouwen klaar om te vertrekken. En om 23:59 uur, een minuut te vroeg, klinkt het startschot en gaan we een nieuw fietsavontuur en een nieuwe uitdaging tegemoet. Niemand lijkt het voortouw te willen of te durven nemen. Daarom rijd ik rustig met zo’n 30 km per uur voorop de stad uit en verwacht dat er wel snel een paar overheen zullen komen. Maar dat is dus niet het geval. Ik krijg na een paar kilometer wel gezelschap van een sterke fietser met wie ik uiteindelijk de hele dag heb gereden. Na zo’n twaalf km komen we bij de eerste ‘stempelpost’ Van der Valk Molenhoek in LImburg. Omdat ik daar even de verkeerde kant op rijd, kom ik even achterop maar kan vervolgens aansluiten bij de kopgroep. Met deze groep rijd ik samen tot Van der Valk Nuland waar we gauw de bidons vullen, even  ‘afwateren’ en weer door. De samenstelling van de groep is inmiddels gewijzigd omdat een aantal van de oorspronkelijke kopgroep al echt gaan pauzeren. Maar met in totaal zestien stempelposten en zeven van der Valks wil ik, evenals een tiental anderen, niet overal uitgebreid pauzeren. Leek is nog ver!

Vanaf dat moment gaat het tempo wat omhoog en mede dankzij een droge, lichtzwoele nacht en weinig wind komen we rond half vijf in de ochtend aan bij post Brabant op zo’n 135 km van de start. Hier kunnen we van een ontbijt genieten.

De organisatie heeft er niet op gerekend dat we zo vroeg zullen zijn en de bemanning van de post ligt nog te slapen en de koffie is nog niet klaar. Evengoed een boterhammetje gesmeerd en dan weer door om de code in Zeeland te scannen. Daarna gaan we weer terug naar post Brabant om toch nog een ‘bakkie’ te scoren. Op dit moment ontstaat de groep van twaalf waarmee ik tot aan de finish heb samen gereden. We vormen nog steeds de kopgroep maar een aantal uit de eerdere kopgroep verkiest wat langer te pauzeren en een aantal anderen ziet hun kans schoon om aan te pikken.

Vanaf dit moment is het nog zo’n 275 km noordoostwaarts wat statistisch gezien meestal met de wind in de rug is. Maar helaas, deze dag komt de wind uit het noordwesten…. Tot aan de Flevopolder is deze niet zo sterk maar in de polder heeft de wind vrij spel en kan het stoempen beginnen. Het animo om kopwerk te doen wordt dan ook steeds minder. Mijn maatje vanaf het begin is er gelukkig nog en samen met mij en nog twee anderen verdelen we de lasten. Met wat incidenteel kopwerk van de anderen in de groep is het goed te doen.

Waar ik aanvankelijk denk rond zeven uur aan te komen en als het tegen zit zelfs nog wat later ontstaat het gevoel onder ‘de kopmannen’ dat we nog voor vijf uur binnen moeten kunnen zijn. Daarom schakelen we nog een tandje bij. Voor een aantal onder ons is het soms net iets te veel van het goede. Als je bijna de hele dag samen hebt gereden laat je natuurlijk niemand achter. Zo komen we  om twee minuten over vijf aan in Leek met een gemiddelde van bijna 31 km per uur (de tijd dat we rijden) en ruim 25,5 km per uur inclusief de stops.

We blijken zelfs de snelste groep ooit te zijn. Maar dat record moet, wanneer we volgend jaar met een mooi groepje Gerry van Gerwenrijders op pad gaan, natuurlijk nog een tandje scherper kunnen! Wie durft?

Eric Muusz